Walvissen


Zeer lang geleden...

De voorouders van walvissen waren harige, vleesetende landzoogdieren, zo groot als een hond
Meer dan 50 miljoen jaar geleden verkozen ze het water.

Uitzicht.

Walvissen en dolfijnen hebben vinnen om zich door het water te bewegen.
Ze hebben dezelfde lichaamsvorm als sommige vissen.

Toch zijn er grote verschillen.
-Walvissen hebben geen schubben.
-Vissen halen zuurstof uit het water, maar walvissen moeten naar de oppervlakte om te ademen.

Net als andere zoogdieren zijn walvissen warmbloedig.
Om in leven te blijven, moeten ze hun lichaam op een temperatuur van 36 tot 37 graden houden.
Een probleem is dat ze vaak zwemmen in erg koud water.
Om te voorkomen dat ze te veel warmte verliezen, hebben walvissen vlak onder de huid een dikke vetlaag die we blubber noemen.
Deze laag werkt isolerend en houdt de warmte binnen.


De dikke speklaag houdt de walvis warm.

Walvishuid is zacht en onbehaard.
De vinnen zijn plat en snijden door het water.

Staartvin: door deze vin op en neer te bewegen stuwen ze zich voort in het water.
De rugvin zorgt ervoor dat de walvis niet omrolt.
De borstvinnen worden gebruikt om in balans te blijven en te sturen.
De oren zijn kuiltjes in de grote kop.
Kleine ogen.
De tepels liggen in plooien om het lichaam beter gestroomlijnd te houden.
Keelplooien: zie uitleg bij "soorten".
De neusopeningen (spuitgat) liggen boven op de kop. 
Als een walvis duikt of onder water zwemt, houdt hij zijn adem in en sterke spieren houden het spuitgat stevig dicht.
Als hij terug boven water komt opent hij zijn ademgat en blaast de oude lucht eruit.
Bij de uitademing van grote soorten, zien we soms enorme fonteinen.
De walvis vult dan zijn longen met verse lucht.

Soorten.

We kunnen de walvissen in 2 grote groepen onderverdelen: de tandwalvissen en de baleinwalvissen.
De meeste grote walvissen behoren tot de balein- of baardwalvissen.


baleinwalvis                                    tandwalvis

BALEINWALVISSEN.
Deze walvissen hebben geen tanden in hun bek, maar borstelachtige platen, baarden of baleinen, die aan hun bovenkaak hangen.
Ze gebruiken deze baarden om voedsel uit het water te filteren. Daarom zijn in hun keel diepe plooien, zodat hun keel flink kan uitzetten als ze grote hoeveelheden water binnen krijgen.
Het voedsel van deze vissen is plankton.

- Groenlandse walvis
Groenlandse walvis
Hij kan zo'n 16 m. lang worden en heeft een sterk gebogen kaak.
Hij staat ook bekend om zijn lange baleinen en dikke speklaag (blubber)

- Noordkaper en Zuidkaper.
zuidkaper

- Bultrug


Hier zie je de keel ven een bultrug die uit het water steekt.
Hij is bedekt met zeepokken.

Ze kunnen zich aan de walvis hechten doordat hij vrij langzaam beweegt.
Zeepokken kunnen sneller bewegend walvisachtigen zoals de meeste dolfijnen veel moeilijker vastgrijpen.

- Vinvis

De blauwe vinvis is het grootste dier dat nu leeft. Het kan wel 29 meter lang worden.
Het harde geschreeuw van de blauwe vinvis kan door diep water over een afstand van vele kilometers worden overgedragen, zodat de dieren over grote afstand met mekaar kunnen praten.
Tegenwoordig is het een beschermde, maar nog altijd bedreigde diersoort.


- Grijze walvis.
Grijze walvis
De enorme grijze walvis kan bijna 15 meter lang worden en 35 ton of meer wegen.
Hij is net zo groot als de Groenlandse walvis, bultrug en de echte walvissen, maar hij ziet er toch heel anders uit.
Hij heeft een ruwe huid in plaats van een gladde zoals de andere walvissen en hij heeft geen rugvin.
Hij kan ook herkend worden aan zijn gevlekte huid, die met zeepokken is bedekt.
De walvis zwemt dikwijls in ondiepe wateren van de grote oceaan.
Soms steekt hij zijn kop boven water en lijkt het alsof hij rondkijkt.

 

TANDWALVISSEN

-Witte walvis ook witte dolfijn of beloega.


Beloega's worden nooit langer dan zo'n 5 meter.
Het eerste deel van het woord "beloega" betekent "wit" in het Russisch en daarom worden beloega's ook witte dolfijnen genoemd.

- Dolfijn.

- Orka.

- Potvis

Het is de enige enorm grote walvis die niet bij de baleinwalvissen hoort, maar wel bij de tandwalvissen.

 

Diep duiken.

Walvissen zoeken op verschillende diepten naar voedsel.
De meeste dolfijnen eten vis vlak onder het wateroppervlak.
Ze blijven nooit langer dan 15 minuten onder water.
Blauwe vinvissen kunnen dieper duiken, maar niet veel langer onderwater blijven.
Grijze walvissen halen hun voedsel meestal van de bodem van de zee.
Recordhouder is de potvis die 2000 meter kan afdalen en wel een uur onder water kan blijven.

Jongen

Een babywalvis wordt kalf genoemd en kan na de geboorte onmiddellijk in koud water zwemmen.
Voor zijn eerste adem duwen de moeder of de tante het voorzichtig naar de oppervlakte, waar het zijn longen vult.
Door de volvette moedermelk groeit hij snel.
Kalveren worden minstens 6 maanden gezoogd en blijven minstens een jaar bij hun moeders.
Een moederwalvis zal haar leven op het spel zetten om haar kind te beschermen.


Terug naar het archief